Regeling vervallen per 01-01-2013

Marktverordening Gemeente ‘s-Gravenhage 2004

Geldend van 01-11-2004 t/m 31-12-2012

Intitulé

Marktverordening Gemeente ‘s-Gravenhage 2004

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

branche:

een door het college te bepalen soort of assortiment van waren of goederen;

losse standplaats:

een verkoopplaats die nog niet of niet opnieuw als vaste standplaats is toegewezen dan wel op een marktdag niet door de vaste houder daarvan wordt ingenomen en die per marktdag wordt uitgegeven;

markt:

een door de gemeente beheerde kleinhandelsmarkt, voor de verkoop op basis van aflevering en betaling ter plaatse van waren, waarvoor die markt is bestemd;

marktvergunning:

de in artikel 5 bedoelde vergunning om een standplaats op een markt in te mogen nemen;

Reglement

Marktreglement gemeente Den Haag 2004;

standwerken:

de wijze van verkopen waarbij de verkoper de aandacht van het publiek op zich richt, uitweidt over het door hem te verhandelen artikel en dit daarna aan het om hem heen verzamelde publiek te koop aanbiedt;

standwerkerplaats:

een verkoopplaats die per marktdag wordt uitgegeven om daarop te standwerken;

standwerkersvergunning:

de in artikel 7, eerste lid, bedoelde vergunning om te mogen standwerken;

vaste standplaats:

een verkoopplaats die voor onbepaalde tijd aan een bepaalde verkoper is toegewezen;

verkoper:

een natuurlijke persoon die op een verkoopplaats waren verhandelt;

verkoopplaats:

een als zodanig door het college voor het verhandelen van waren aangewezen plaats op een marktterrein;

Verkoopwagen:

vaste verkoopinstallaties die als zodanig door het college zijn erkend.

Artikel 2 Marktterreinen

  • 1. Het college is bevoegd over het marktterrein geheel of gedeeltelijk te beschikken zo dikwijls en zolang het college dat in het algemeen belang of ter uitvoering van werken nodig acht.

  • 2. Het college kan bepalen, dat:

    • a.

      om bijzondere redenen geen markt wordt gehouden;

    • b.

      een markt tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt gehouden op een andere locatie;

    • c.

      een niet gehouden markt op een andere dag plaatsvindt.

  • 3. De verkopers op de markten hebben geen recht op vergoeding van schade, die eventueel het gevolg is van een door het college op grond van het bepaalde in het eerste of tweede lid van dit artikel genomen besluit.

  • 4. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal verkoopplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de verkoopplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke verkoopplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats, als standwerkersplaats of als plaats voor een verkoopwagen.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 5 Marktvergunning

  • 1. Het is verboden zonder marktvergunning een verkoopplaats op een markt in te nemen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde plicht geldt niet voor:

    • a.

      gegadigden voor een losse standplaats op een wijkmarkt, de boerenmarkt, de antiekmarkt of de decembermarkt;

    • b.

      degenen die bij wijze van vervanging of bijstand de verkoop ten behoeve van de houder van een vaste plaats uitvoeren c.q. mede doen uitvoeren.

  • 3. De marktvergunning voor de markt aan de Herman Costerstraat geeft recht op het innemen van een losse standplaats op die markt, voorzover deze beschikbaar is.

  • 4. Een vergunning voor één der in artikel 2, eerste lid onderdeel b, c en d en artikel 2, lid 3 en 4 van het Reglement bedoelde markten wordt slechts verleend wanneer aan de betrokken verkoper een vaste standplaats op de desbetreffende markt is toegewezen.

  • 5. Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een verkoper tijdelijk tot de markt toelaten, die niet in het bezit is van een marktvergunning, maar wel aan de vereisten voldoet als vastgelegd in artikel 7.

Artikel 6 Standwerkersplaats

  • 1. Het is verboden zonder standwerkersvergunning op een markt te standwerken.

  • 2. Het standwerken is uitsluitend toegestaan op de in artikel 2, eerste en tweede lid, van het Reglement bedoelde markten.

  • 3. Degene die in het bezit is van een standwerkersvergunning komt niet in aanmerking voor een andere dan een standwerkersplaats.

  • 4. Het college kan in bijzondere gevallen van het gestelde in het derde lid afwijken.

Artikel 7 Voorwaarden

Voor het verlenen van een vergunning komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie. De natuurlijke persoon dient tevens te beschikken over een legale verblijfsstatus in Nederland.

Artikel 8 Te verhandelen goederen

  • 1. Het college bepaalt welke artikelen op de antiekmarkt mogen worden verhandeld.

  • 2. Het college kan bepalen dat op de wijkmarkten en de boerenmarkt uitsluitend artikelen uit de door hen aan te wijzen branches mogen worden verhandeld en dat per branche niet meer dan een door hen vast te stellen aantal verkoopplaatsen wordt uitgegeven.

  • 3. Het college kan een marktterrein indelen in afdelingen en deze bestemmen voor het verhandelen van nader door hen te bepalen waren.

  • 4. Indien het college gebruik maakt van zijn bevoegdheid vervat in het tweede lid zal voor het standwerken met artikelen waarvoor het brachepatroon geldt niet meer dan éénmaal per vijf weken een standwerkersplaats worden toegewezen.

  • 5. Het college kan in bijzondere gevallen van het gestelde in het tweede lid en vierde lid afwijken.

Artikel 9 Kramen

  • 1. Op door het college aan te wijzen gedeelten van een marktterrein is de verkoper verplicht bij de uitoefening van de verkoop gebruik te maken van een kraam.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen te zijner beoordeling ontheffing verlenen van de in het eerste lid genoemde verplichting.

  • 3. Aan een ontheffing bedoeld in het tweede lid stelt het college nadere voorschriften ten aanzien van het te gebruiken materiaal.

  • 4. De verkoper, die een kraam wil, of ingevolge het eerste lid moet gebruiken, is verplicht deze, eventueel met toebehoren, te huren van de door het college voor de desbetreffende markt aangewezen kramenexploitant tegen de door het college goedgekeurde tarieven.

  • 5. Het college kan aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing nadere voorwaarden verbinden, ook van financiële aard.

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 11 Intrekking en schorsing vergunning

Het college kan een vergunning als bedoeld in artikel 5 en 6, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem vervangt of bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    op de markt handelingen heeft verricht die het ordelijk verloop in ernstige mate hebben verstoord, of

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van de Marktgeldverordening.

Artikel 12 Uitsluiting houder van een losse standplaats of standwerker

Het college kan een houder van een losse standplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een losse standplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    op de markt handelingen heeft verricht die het ordelijk verloop in ernstige mate hebben verstoord;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 13 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een verkoper gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan ernstig wangedrag of bedrog, of

  • c.

    op de markt handelingen heeft verricht die het ordelijk verloop in ernstige mate hebben verstoord.

Artikel 14 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast het hoofd van de afdeling Markten, de marktcontroleurs en de overige bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 15 Intrekking oude regeling

De Verordening Warenmarkten 1985, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 september 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 16 Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Verordening Warenmarkten 1985 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. De bestaande anciënniteits-, meelopers- en gegadigdenlijsten worden geacht anciënniteits-, meelopers- en gegadigdenlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening Warenmarkten 1985 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2004.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Den Haag 2004.